Het betrekkelijk voornaamwoord hoort bij taalkundig ontleden (woordsoortbenoeming). De Latijnse naam is relatief pronomen en een mogelijke afkorting is betr. vnw. De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn: die ; dat; Andere betrekkelijke voornaamwoorden zijn: wie ; wat ; hetgeen ; welk(e). Pronoun Dutch English dat Het boek dat ik heb gelezen. Het huis, dat in de 17e eeuw werd gebouwd, wordt volgend jaar opgeknapt. The book that I have read. The house, which was built in the 17th century, will be renovated next year.
Relatief pronomen betekenis Bezittelijk voornaamwoord/ possessief pronomen; Betrekkelijk voornaamwoord/ relatief pronomen; Pronomen demonstrativum/ het aanwijzend voornaamwoord; Interrogatief pronomen / vragend voornaamwoord; Indefiniet pronomen/ onbepaald voornamwoord; Pronomen reflexivum/ wederkerend voornaamwoord; Pronomen personale: verwijzen; Gebruik van zelf.
Betrekkelijk voornaamwoord uitleg
Het betrekkelijk voornaamwoord heeft een verwijzende en een grammaticale functie. Dat verwijst bijvoorbeeld naar het boek, maar het is ook het lijdend voorwerp in de bijzin ‘dat ik schrijf’. Datgene waarnaar een betrekkelijk voornaamwoord verwijst, heet het antecedent. Dat kan één woord zijn, maar ook een hele zin. Betrekkelijk voornaamwoord Uitleg. Het betrekkelijk voornaamwoord hoort bij taalkundig ontleden (woordsoortbenoeming). De Latijnse naam is relatief pronomen en een mogelijke afkorting is betr. vnw. De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn: die ; dat; Andere betrekkelijke voornaamwoorden zijn: wie ; wat ; hetgeen ; welk(e).
Betrekkelijk voornaamwoord uitleg – Betrekkelijk voornaamwoord: die – Antecedent: de tennisser; Het cadeau dat het meest bij Lisa in de smaak viel, was de pop met lange haren. – Betrekkelijk voornaamwoord: dat – Antecedent: het cadeau; De touwen die uit de knoop waren gehaald, konden worden opgeruimd. – Betrekkelijk voornaamwoord: die – Antecedent: de touwen.
Relatief pronomen zinsontleding
Een relatief pronomen verbindt twee zinnen met elkaar. In de ene zin wordt extra informatie gegeven over een persoon, een object of een locatie uit de andere zin. On the following pages, we will discuss each of the above relative pronouns. Learn Dutch grammar: Spelling and pronunciation, verbs, pronouns, nouns and articles, word order, and more. It includes sound files and exercises, and an active forum to post your questions.
Relatief pronomen zinsontleding Het betrekkelijk voornaamwoord hoort bij taalkundig ontleden (woordsoortbenoeming). De Latijnse naam is relatief pronomen en een mogelijke afkorting is betr. vnw. De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn: die ; dat; Andere betrekkelijke voornaamwoorden zijn: wie ; wat ; hetgeen ; welk(e).
Betrekkelijk voornaamwoord voorbeeld
Het betrekkelijk voornaamwoord heeft een verwijzende en een grammaticale functie. Dat verwijst bijvoorbeeld naar het boek, maar het is ook het lijdend voorwerp in de bijzin ‘dat ik schrijf’. Datgene waarnaar een betrekkelijk voornaamwoord verwijst, heet het antecedent. Dat kan één woord zijn, maar ook een hele zin. Dat Je kind gebruikt het betrekkelijk voornaamwoord ‘dat’ om te verwijzen naar ‘het’-woorden in het enkelvoud. Voorbeeld: Het feest dat ik hield, was een succes. → dat verwijst naar: het feest.
Betrekkelijk voornaamwoord voorbeeld Betrekkelijk voornaamwoord voorbeeld. Hieronder staan nog wat voorbeelden van betrekkelijke voornaamwoorden. Onder de zin staat steeds welk woord het betrekkelijk voornaamwoord is. Ook is vermeld welk antecedent daarbij hoort. Is dat de tennisser die al 3 keer Wimbledon won? – Betrekkelijk voornaamwoord: die – Antecedent: de tennisser.
Grammatica uitleg relatief pronomen
Uitleg. Het betrekkelijk voornaamwoord hoort bij taalkundig ontleden (woordsoortbenoeming). De Latijnse naam is relatief pronomen en een mogelijke afkorting is betr. vnw. De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn: die ; dat; Andere betrekkelijke voornaamwoorden zijn: wie ; wat ; hetgeen ; welk(e). Een relatief pronomen verbindt twee zinnen met elkaar. In de ene zin wordt extra informatie gegeven over een persoon, een object of een locatie uit de andere zin.
Grammatica uitleg relatief pronomen Pronoun Dutch English dat Het boek dat ik heb gelezen. Het huis, dat in de 17e eeuw werd gebouwd, wordt volgend jaar opgeknapt. The book that I have read. The house, which was built in the 17th century, will be renovated next year.